Het belang van bomen en planten
de voordelen van groen
Bomen en planten in de stedelijke omgeving dragen bij aan het terugdringen van hitte, droogte, wateroverlast, slechte luchtkwaliteit en verbeteren de biodiversiteit.
Tegengaan van hitte, droogte en wateroverlast. De kracht van bomen is dat ze met hun bladerdek natuurlijke schaduw bieden, waarmee ze tijdens warme zomerperiodes de omgevingstemperatuur verlagen en zo het hitte-eilandeffect verminderen. Bomen en planten absorberen regenwater, waardoor het risico op wateroverlast wordt verkleind en de kosten van het herstellen van de schade worden teruggedrongen.
Bevordering van de biodiversiteit. Bomen en planten leveren voedsel en bieden leefruimte, bescherming en nestgelegenheid aan insecten, vogels en kleine zoogdieren. Zo dragen ze bij aan de bevordering van de biodiversiteit in steden.
Voordelen voor de gezondheid en sociale cohesie. Openbaar groen bevordert lichamelijke activiteit, vermindert stress en verbetert de luchtkwaliteit. Hiermee heeft het een positief effect op de gezondheid van mensen. Bovendien creëren groene openbare ruimtes ontmoetingsplekken, die de sociale cohesie versterken en bijdragen aan een gevoel van welzijn en verbondenheid in de gemeenschap.
Groene steden zijn aantrekkelijke en veerkrachtige steden, die bestand zijn tegen klimaatverandering en een gezonde, prettige en duurzame leefomgeving bieden voor al hun inwoners, mens en dier.
Referentie projecten
waar we trots op zijn
De bomen en planten van Boot & Dart worden toegepast in de meest uiteenlopende groenprojecten, waaronder woonwijken, parken, bedrijventerreinen, rotondes, wegen en vliegvelden. Ontdek de veelzijdige toepassingen van onze producten in projecten door heel Europa.
Laat u inspireren door de foto’s van een aantal voltooide projecten. Bent u met een specifieke opgave bezig en ziet u deze niet terug in het overzicht? Neem gerust contact met ons op, de kennis en ervaring die we bij vergelijkbare projecten hebben opgedaan delen we graag. We zijn niet voor niets de specialisten in functioneel groen.
Klimaatbestendig groen
voor de gezonde stad
Coole verkoelende planten
Vakbeplanters leveren een bijdrage aan het verkoelen van de stad. Al het stadsgroen koelt door verdamping, waarbij niet zozeer de plantensoort, maar het totale volume aan groen bepaalt hoe groot het effect is. Grote plantvakken zijn daarom een belangrijk onderdeel van klimaatbestendig stadsgroen. Goed sluitende plantvakken houden bovendien de bodem eronder koel met hun schaduw, waardoor deze minder uitdroogt en na zonsondergang geen overtollige hitte uitstraalt. Vakbeplanters met een vrij lichte kleur of sterk glanzend blad weerkaatsen de hitte van de zon het best.
Voorbeelden van goed sluitende vakbeplanters, die geschikt zijn voor grote vakken in de zon en weerkaatsend blad hebben:
Namen in groen zijn inheems of bevatten inheemse soorten
Latijnse naam | Nederlandse naam |
Aegopodium podagraria ‘Variegatum’ | Bonte Zevenblad |
Alchemilla mollis | Fraaie vrouwenmantel |
Aster ageratoides | Japanse dwergaster |
Buddleja | Vlinderstruik |
Carex (bontbladig) | Zegge |
Cornus alba (geelbladig, bontbladig) | Witte kornoelje |
Cornus sericea ‘Kelseyi’ | Canadese kornoeljes |
Cotoneaster dammeri ‘Gelre’ | Cotoneaster |
Deschampsia cespitosa | Ruwe smele |
Deutzia gracilis | Slanke deutzia |
Euonymus fortunei (bontbladig) | Klimkardinaalsmuts |
Geranium cantabrigiense, endressii, macrorrhizum | Ooievaarsbek |
Geranium ‘Rozanne’, ‘Tiny Monster’ | Ooievaarsbek |
Hedera hibernica | Ierse klimop |
Hippophae rhamnoides ‘Silver Star’ | Duindoorn |
Hydrangea | Hortensia |
Hypericum dummeri ‘Peter Dummer’ | Hertshooi |
Juniperus pfitzeriana | Jeneverbes |
Kalimeris incisa | Zomeraster |
Lamium maculatum | Gevlekte dovenetel |
Ligustrum obtusifolium | Liguster |
Lonicera japonica | Japanse kamperfoelie |
Lonicera nitida ‘Maigrin’ | Buxuskamperfoelie |
Matteuccia struthiopteris | Struisvaren |
Microbiota decussata | Siberische tapijtcipres |
Nepeta | Kattenkruid |
Pachysandra terminalis ‘Green Sheen’ | Dikkemanskruid |
Pennisetum alopecuroides | Breed lampenpoetsergras |
Photinia fraser ‘Red Robin’ | Glansmispel |
Physocarpus capitatus ‘Tilden Park’ | Sneeuwbalspirea |
Physocarpus opulifolius ‘Dart’s Gold’ | Sneeuwbalspirea |
Phlomis russeliana | Brandkruid |
Potentilla fruticosa | Struikganzerik |
Ribes glandulosum | Sierbes |
Rosa (vakbeplanters) | Roos |
Rubus ‘Kenneth Ashburner’ | Braam |
Salix repens | Kruipwilg |
Spiraea | Spirea |
Stephanandra incisa | Kransspirea |
Symphoricarpos chenaultii | Sneeuwbes |
Symphytum azureum, grandiflorum | Smeerwortel |
Taxus baccata ‘Summergold’ | Taxus |
Weigela (groen- en bontbladig) | Weigela |
Droogtetolerantie
Door klimaatverandering krijgen we te maken met langere droge perioden in de zomer en met hogere temperaturen. Vooral op plaatsen met sterk doorlatende grond en een lage grondwaterspiegel stelt dit hogere eisen aan de droogtetolerantie van planten dan voorheen. Toch zijn er veel soorten voor vakbeplanting die dit prima aankunnen, met behoud van hun kwaliteit in droge zomers. Het helpt daarbij als ook met de inrichting van het plantvak rekening wordt gehouden met droogte. Planten overleven droogte beter als ze beschikken over een voldoende volume aan doorwortelbare grond. De grondsoort dient voldoende water vast te houden, bijvoorbeeld doordat er ook organische stof of klei in zit. Planten kunnen droogte beter verdragen als ze een deel van de dag in (half)schaduw staan.
Voorbeelden van vakbeplanters die lange droge perioden verdragen:
Namen in groen zijn inheems of bevatten inheemse soorten
Latijnse naam | Nederlandse naam |
Agastache | Dropplant |
Buddleja | Vlinderstruik |
Buxus | Buxus |
Caryopteris | Baardbloem |
Ceanothus | Amerikaanse sering |
Choisya | Choisya |
Colutea | Blazenstruik |
Cotoneaster | Cotoneaster |
Cytisus | Brem |
Elaeagnus | Olijfwilg |
Festuca glauca | Blauw schapengras |
Genista | Verfbrem |
Hypericum inodorum | Koraalhertshooi |
Juniperus | Jeneverbes |
Lavandula | Lavendel |
Ligustrum lucidum | Chinese liguster |
Melica ciliata | Wimperparelgras |
Nepeta | Kattenkruid |
Origanum | Marjolein |
Pennisetum alopecuroides | Breed lampenpoetsergras |
Perovskia | Reuzenlavendel |
Philadelphus | Boerenjasmijn |
Phlomis | Brandkruid |
Rosa rugosa en -hybriden | Japanse rimpelroos |
Sedum | Vetkruid, hemelsleutel |
Stipa tenuissima | Fijn vedergras |
Symphoricarpos | Sneeuwbes |
Verbena bonariensis | Stijf ijzerhard |
Infiltratievlak
Een infiltratievak is een plantvak in de openbare ruimte, dat tevens dient als piekberging voor stortbuien. De bodem is gewoonlijk vlak; het is geen greppel, zoals een wadi. Ook wordt er geen water van bijv. daken naartoe geleid. De grond in het vak dient matig tot goed doorlatend te zijn voor water. Het vak wordt gelijkvloers met de bestrating aangelegd, of de opsluitband wordt plaatselijk verlaagd, zodat bij harde regenval het water in het vak loopt en de straat niet blank komt te staan. Planten in een infiltratievak moeten voldoende droogtetolerantie bezitten om op vrij goed doorlatende grond te kunnen groeien. Als er water in het vak loopt kan dit wel eens meer dan 2 uur boven de grond blijven staan, dus de planten moeten ook tolerant zijn voor kortdurende wateroverlast, die alleen na piekbuien voorkomt. Op sterk doorlatende (zand)grond duurt de wateroverlast gewoonlijk zo kort, dat ook planten die alleen droogtetolerantie bezitten kunnen overleven in een infiltratievak.
Voorbeelden van soorten die geschikt zijn voor vakbeplanting of als (blok)haag in infiltratievakken. Zij verdragen én matige droogte, én kortdurende wateroverlast:
Namen in groen zijn inheems of bevatten inheemse soorten
Latijnse naam | Nederlandse naam |
Acer campestre | Veldesdoorn |
Aronia | Appelbes |
Aster divaricatus | Sneeuwaster |
Carex oshimensis | Zegge |
Clethra alnifolia | Schijnels |
Cornus alba | Witte kornoelje |
Cornus sanguinea | Rode kornoelje |
Cornus sericea | Canadese kornoelje |
Crataegus monogyna | Eenstijlige meidoorn |
Eupatorium cannabinum | Koninginnekruid |
Euonymus europaeus | Wilde kardinaalsmuts |
Hedera helix | Klimop |
Hydrangea paniculata | Pluimhortensia |
Hydrangea quercifolia | Eikenbladhortensia |
Hydrangea serrata | Berghortensia |
Imperata cylindrica | Bloedgras |
Itea virginica | Bloemwilg |
Liriope muscari | Leliegras |
Luzula sylvatica | Grote veldbies |
Miscanthus sinensis | Chinees prachtriet |
Physocarpus | Sneeuwbalspirea |
Potentilla fruticosa | Struikganzerik |
Rhododendron ‘Catawbiense Boursault’, ‘Roseum Elegans’ | Rododendron |
Ribes glandulosum | Sierbes |
Rudbeckia fulgida | Rudbeckia |
Sarcococca hookeriana var. humilis | Vleesbes |
Sorbaria sorbifolia | Sorbaria |
Spiraea betulifolia | Spirea |
Stachys byzantina | Wollige andoorn |
Viburnum burkwoodii | Sneeuwbal |
Viburnum opulus | Gelderse roos |
Weigela | Weigela |
Wadi
Een wadi is een verlaging (greppel) in de openbare ruimte, die dient om regenwater tijdelijk op te vangen en het te laten infiltreren. Vaak wordt water van bestrating of daken naar een wadi toe geleid. In wadi’s groeit meestal gras, maar er zijn verschillende plantensoorten waarmee in een wadi ook plantvakken met een hogere sierwaarde te maken zijn. Wadibeplanting heeft voordelen:
– De wadi krijgt alle voordelen van een plantvak, zoals sierwaarde, waarde voor biodiversiteit en effecten op gezondheid, welbevinden en vastgoedwaarde.
– Door grotere verdampende planten dan gras is de wadi sneller weer droog
– Wortels van beplanting en het bodemleven dat ze lokken houden de bodem goed doorlatend
– Planten nemen (mest)stoffen uit het water op en reinigen het
– Beplanting is een vriendelijke manier om kinderen en honden uit het mogelijk vervuilde water te houden
Wadiplanten dienen tolerantie voor minstens matige droogte te bezitten; ze staan immers op goed doorlatende grond waar het droog is als het niet regent. Daarnaast moeten ze kortdurende wateroverlast verdragen (enkele dagen). Dezelfde planten als genoemd bij infiltratievakken zijn geschikt voor ondiepe delen en taluds van wadi’s. In sommige gevallen is de wadi diep, is de bodem weinig doorlatend of loopt er vaak en veel water in. In dat geval is het slim om op de natste plekken planten * te gebruiken die zelfs lange of frequente wateroverlast verdragen, naast droogte.
Enkele voorbeelden:
Namen in groen zijn inheems of bevatten inheemse soorten*
*Kan op de bodem van een wadi, de rest op de taluds
Latijnse naam | Nederlandse naam |
Acer campestre | Veldesdoorn |
Aronia | Appelbes |
Aster divaricatus | Sneeuwaster |
Carex oshimensis | Zegge |
Cephalanthus occidentalis | Kogelbloem |
Clethra alnifolia | Schijnels |
Cornus alba | Witte kornoelje |
Cornus sanguinea | Rode kornoelje |
Cornus sericea | Canadese kornoelje |
Crataegus monogyna | Eenstijlige meidoorn |
Deschampsia cespitosa | Ruwe smele |
Euonymus europaeus | Wilde kardinaalsmuts |
Eupatorium cannabinum | Koninginnekruid |
Frangula alnus | Sporkehout |
Hedera helix | Klimop |
Hydrangea paniculata | Pluimhortensia |
Hydrangea quercifolia | Eikenbladhortensia |
Hydrangea serrata | Berghortensia |
Imperata cylindrica | Bloedgras |
Iris pseudacorus* | Gele lis |
Itea virginica | Bloemwilg |
Liriope muscari | Leliegras |
Luzula sylvatica | Grote veldbies |
Lythrum salicaria* | Grote kattenstaart |
Miscanthus sinensis | Chinees prachtriet |
Molinia caerulea* | Pijpenstrootje |
Panicum virgatum* | Vingergras |
Physocarpus | Sneeuwbalspirea |
Potentilla fruticosa | Struikganzerik |
Rhododendron ‘Catawbiense Boursault’ | Rododendron |
Ribes glandulosum | Sierbes |
Rudbeckia fulgida | Rudbeckia |
Salix repens* | Kruipwilg |
Sarcococca hookeriana var. humilis | Vleesbes |
Sorbaria sorbifolia | Sorbaria |
Spiraea betulifolia | Spirea |
Stachys byzantina | Wollige andoorn |
Viburnum burkwoodii | Sneeuwbal |
Viburnum opulus | Gelderse roos |
Weigela | Weigela |